Verlofvormen 2022. Een onderzoek naar cao-bepalingen omtrent verschillende verlofvormen
Cao’s bevatten afspraken over een verscheidenheid aan verlofvormen. Het kan daarbij gaan om verlofvormen gericht op scholing en het combineren van arbeid en zorg, maar ook andere verlofvormen, zoals vakantiedagen, feestdagen, roostervrije dagen, blokdagen, het opnemen van onbetaald verlof, en de mogelijkheid om door middel van calamiteitenverlof en bijzonder/buitengewoon verlof tegemoet te komen aan de specifieke omstandigheden waarvoor verlof wenselijk en/of noodzakelijk is.
Onderzoek van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft zich in recente jaren vooral gericht op verlofvormen aangaande scholing en het combineren van arbeid en zorg. Breed opgezet onderzoek naar cao-afspraken over vakantiedagen, feestdagen, roostervrije dagen, blokdagen, het opnemen van onbetaald verlof, calamiteitenverlof en bijzonder/buitengewoon verlof, heeft voor het laatst plaatsgevonden in 1998. Dit terwijl ook deze verlofvormen wel degelijk een belangrijke plaats innemen in de ‘moderniseringsslag’ die momenteel gaande is op de arbeidsmarkt. Het onderzoek ‘Verlofvormen 2022’ voorziet in een geactualiseerde kijk op de hierboven vermelde verlofvormen.
Dit onderzoek brengt cao-afspraken omtrent vakantiedagen, feestdagen, roostervrije dagen, blokdagen, onbetaald verlof, en calamiteitenverlof en verschillende vormen van bijzonder/buitengewoon verlof in beeld. Voor het onderzoek is de standaardsteekproef van SZW gehanteerd, bestaande uit 98 reguliere cao’s, tezamen van toepassing op 5,1 miljoen werknemers (bedrijfstakcao’s van toepassing op 8.000 of meer werknemers en ondernemingscao’s van toepassing op 2.500 of meer werknemers). De werknemers onder de steekproefcao’s vormen 88% van het totaal aantal werknemers werkend onder een cao. Daarmee is het onderzoek representatief naar percentage werknemers.
Voor de cao’s in de steekproef varieert het aantal vakantiedagen van minimaal 20 tot maximaal 45,5. Het gewogen gemiddelde is 25,6 dagen. Daarnaast is ook onderzocht wat voor cao-afspraken er zijn over de vervaltermijn van wettelijke en bovenwettelijke vakantiedagen, de duur van de aaneengesloten vakantie, hoe vakantiedagen mogen worden opgenomen (bijv. of dit in overleg tussen werkgever en werknemer gaat, of anders), en of er een bepaling in de cao is opgenomen over het toekennen van extra verlofdagen aan bepaalde groepen werknemers (bijvoorbeeld op basis van leeftijd, dienstjaren en overige redenen).
Cao-afspraken over feestdagen zijn zowel onderzocht met betrekking tot de algemeen erkende nationale en Christelijke feestdagen, als bepalingen over niet-Christelijke feestdagen en diversiteitsdagen.
Met betrekking tot cao-afspraken over buitengewoon verlof, is voor verlof bij overlijden van familie in de eerste en tweede graad, rouwverlof en palliatief verlof, onderzocht wat voor afspraken er in cao’s gemaakt worden over de duur van het verlof en doorbetaling van het salaris.
Het onderzoek is uitgevoerd door de directie Uitvoeringstaken Arbeidsvoorwaardenwetgeving van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.