Eerste contacten met de keten. Nota van bevindingen
Onderzocht is hoe de werkzoekende burger de keten van werk en inkomen ervaart, wat de achtergronden daarvan zijn en welke gevolgen dit kan hebben voor het zoeken naar en het vinden van werk.
Onderzoeksdoel en vraagstelling
Dit onderzoek is het eerste deelproject dat in het kader van het onderzoek Burger in de keten wordtuitgevoerd. Dit onderzoek geeft antwoord op de vraag: Wat gebeurt er volgens burgers in de eerste periode vanaf het moment dat zij een uitkering hebben aangevraagd en in hoeverre dragen de activiteiten van de burger en van de uitvoering in deze periode bij aan het (opnieuw) vinden van betaald werk?
Samenvatting en conclusie
Onderzocht is hoe de werkzoekende burger de keten van werk en inkomen ervaart, wat de achtergronden daarvan zijn en welke gevolgen dit kan hebben voor het zoeken naar en het vinden van werk. Bijna een kwart van de respondenten vindt in de eerste drie maanden na de uitkeringsaanvraag betaald werk. Vergelijkt men dat met de vindkanalen, dus via welk kanaal de mensen het werk hebben gevonden, dan blijkt dat werkzoekenden vooral via het uitzendbureau en informele kanalen een baan vinden. Het CWI kent een directe bijdrage aan het vinden van werk van 11 procent. Daarnaast heeft het CWI volgens de burgere indirect een bijdrage die ongeveer 10 procent bedraagt. De gegevens van dit rapport zijn verkregen door middel van beantwoording van schriftelijke vragenlijsten door respondenten die een WW of WWB uitkering hebben aangevraagd. Bij 55 respondenten is een face to face interview afgelegd. Dit rapport is onderdeel van een reeks rapporten binnen het longitudinale volgonderzoek ?De werkzoekende burger in de keten?. De Wet werk en bijstand (WWB) biedt gemeenten grote ruimte om een eigen beleid te ontwikkelen. Dit schept mogelijkheden voor maatgerichte activering naar werk. Een kenmerk van de populatie in de WWB is dat een groot aantal cliƫnten zeer ver van de arbeidsmarkt staat. De inspectie heeft bij een aantal gemeenten onderzocht op welke wijze zij beleid ten uitvoer brengen gericht op activering van cliƫnten. Geconcludeerd wordt dat de inzet van de gemeenten om bijstandsgerechtigden met een grote afstand tot de arbeidsmarkt weer geschikt te krijgen goed is. De resultaten zijn echter beperkt. Het overgrote deel van deze groep bijstandsgerechtigden heeft na afloop van een traject voor sociale activering nog steeds een slechte kans om werk te vinden. Wel scoort ongeveer de Bron: Bibliotheek SZW