Verkennende studie naar terugval in WW- en WWB-uitkering
De inspectie heeft een verkennende studie verricht om te bepalen of bij terugval in de WW of WWB sprake is van een uitvoeringsprobleem, dat wil zeggen een probleem dat mede veroorzaakt wordt door de dienstverlening van CWI, UWV en gemeenten. Uit het onderzoek blijkt dat het terugvalpercentage in een van periode van twee jaar zowel in de WW als in de WWB 37 procent is.
Onderzoeksdoel en vraagstelling
Een deel van de mensen keert terug in de uitkering nadat zij zelfstandig of met behulp van reïntegratie werk hebben gevonden. Ook zijn er mensen die gedurende een reïntegratietraject uitvallen. Bij deze groep heeft dus geen duurzame match plaatsgevonden. Wat is er misgegaan en waarom hebben ze opnieuw een uitkering nodig? Was de diagnosestelling gebrekkig of was de aangeboden begeleiding onvoldoende? Krijgt deze groep na terugkeer in de uitkering alsnog passende begeleiding aangeboden? Bij dit onderzoek betrekt de inspectie de resultaten van het onderzoek van Stimulansz Herhaalde instroom in de bijstand. De probleemstelling is echter ruimer en betreft ook de WW. Arbeidsgehandicapten blijven buiten beschouwing.
Samenvatting en conclusie
De inspectie heeft een verkennende studie verricht om te bepalen of bij terugval in de WW of WWB sprake is van een uitvoeringsprobleem, dat wil zeggen een probleem dat mede veroorzaakt wordt door de dienstverlening van CWI, UWV en gemeenten. Uit het onderzoek blijkt dat het terugvalpercentage in een van periode van twee jaar zowel in de WW als in de WWB 37 procent is. Zowel CWI, UWV en de onderzochte gemeenten hebben geen specifiek beleid gericht op terugval in de uitkering, maar houden bij de individuele beoordelingen hiermee wel rekening. Uit de kwantitatieve analyse, de literatuur en de praktijk blijkt dat de persoonskenmerken etniciteit, geslacht, burgerlijke staat en samenstelling huishouden van belang zijn. Een verband tussen geboden dienstverlening en terugval wordt door de uitvoerders in de praktijk niet gezien. De Wet werk en bijstand (WWB) biedt gemeenten grote ruimte om een eigen beleid te ontwikkelen. Dit schept mogelijkheden voor maatgerichte activering naar werk. Een kenmerk van de populatie in de WWB is dat een groot aantal cliënten zeer ver van de arbeidsmarkt staat. De inspectie heeft bij een aantal gemeenten onderzocht op welke wijze zij beleid ten uitvoer brengen gericht op activering van cliënten. Geconcludeerd wordt dat de inzet van de gemeenten om bijstandsgerechtigden met een grote afstand tot de arbeidsmarkt weer geschikt te krijgen goed is. De resultaten zijn echter beperkt. Het overgrote deel van deze groep bijstandsgerechtigden heeft na afloop van een traject voor sociale activering nog steeds een slechte kans om werk te vinden. Wel scoort ongeveer de Bron: Bibliotheek SZW