Wsw-indicatiestelling door CWI
Sinds 1 januari 2005 heeft CWI de taak om aanvragen te beoordelen van mensen die in aanmerking willen komen voor een arbeidsplaats in een sociale werkvoorzieningsorganisatie, of onder begeleiding willen werken in een normale werkomgeving.
Onderzoeksdoel en vraagstelling
Per 1 januari 2005 is CWI van start gegaan met de uitvoering van de indicatiestelling WSW. Tot eind 2006 gebeurt dit met een projectorganisatie en een apart budget. In 2006 zal besloten worden hoe CWI vanaf 2007 de indicatiestelling zal uitvoeren. In 2004 heeft de inspectie een verkennend onderzoek uitgevoerd naar de implementatie. Voor 2006 richt het onderzoek zich op de uitvoering van Wsw-werkzaamheden in de 28 CWI-vestigingen alsmede op de samenwerking in de keten. Het oordeel van de inspectie is van belang bij de besluitvorming over de uitvoering van de Wsw-indicatiestelling door CWI vanaf 2007.
Samenvatting en conclusie
Sinds 1 januari 2005 heeft CWI de taak om aanvragen te beoordelen van mensen die in aanmerking willen komen voor een arbeidsplaats in een sociale werkvoorzieningsorganisatie, of onder begeleiding willen werken in een normale werkomgeving. Deze aanvragen worden gedaan in het kader van de Wet sociale werkvoorziening (Wsw). Voorheen werd deze Wsw-indicatiestelling uitgevoerd door de gemeenten. Met de overdracht van de Wsw-indicatiestelling heeft de wetgever drie doelen voor ogen: een onafhankelijke beoordeling van de aanvraag, een landelijke uniforme uitvoering en een sluitende dienstverlening voor mensen die niet tot de doelgroep horen. De inspectie heeft onderzocht of de wijze waarop CWI de Wsw-indicatiestelling uitvoert, bijdraagt aan deze drie wettelijke doelstellingen. Geconcludeerd wordt dat CWI bij de besluitvorming onafhankelijk te werk gaat. De besluitvorming moet echter wel transparanter worden. Ook moeten mensen die niet in aanmerking komen voor een beschermde werkplek, beter worden overgedragen aan andere instanties. De Wet werk en bijstand (WWB) biedt gemeenten grote ruimte om een eigen beleid te ontwikkelen. Dit schept mogelijkheden voor maatgerichte activering naar werk. Een kenmerk van de populatie in de WWB is dat een groot aantal cliƫnten zeer ver van de arbeidsmarkt staat. De inspectie heeft bij een aantal gemeenten onderzocht op welke wijze zij beleid ten uitvoer brengen gericht op activering van cliƫnten. Geconcludeerd wordt dat de inzet van de gemeenten om bijstandsgerechtigden met een grote afstand tot de arbeidsmarkt weer geschikt te krijgen goed is. De resultaten zijn echter beperkt. Het overgrote deel van deze groep bijstandsgerechtigden heeft na afloop van een traject voor sociale activering nog steeds een slechte kans om werk te vinden. Wel scoort ongeveer de Bron: Bibliotheek SZW