De mythe van de schaal
De vraag rijst of er een ideale schaalgrootte voor de uitvoering van lokaal sociaal beleid bestaat.
Samenvatting en conclusie
De vraag rijst of er een ideale schaalgrootte voor de uitvoering van lokaal sociaal beleid bestaat. Welke omvang van het aantal bijstandsgerechtigden leidt tegelijkertijd tot de beste kosteneffectiviteit en de minste financiële kwetsbaarheid? En niet in de laatste plaats: tot de meest efficiënte dienstverlening en de beste resultaten voor werkzoekenden? Die vragen stellen sociale diensten zichzelf regelmatig. De grotere personele en financiële risico's die gemeenten voelen sinds de invoering van de WWB hebben een versneld proces van opschaling en vorming van intergemeentelijke sociale diensten op gang gebracht. Door de komst van de Wmo krijgt de discussie rond schaalgrootte bovendien een wat ander karakter. Want hoe kunnen gemeenten bijdragen aan een sociaal vitale gemeente? Is daar een optimale schaal voor te bedenken? Deze publicatie maakt enerzijds duidelijk dat dé optimale schaal voor sociale diensten vanuit een bedrijfsmatig perspectief niet bestaat. Anderzijds biedt het rapport nieuw houvast. Want de vraag naar de beste uitvoeringsschaal kan niet los worden gezien van een goede analyse van het behoeftepatroon van de bevolking, de lokale politieke ambities en de natuurlijke schaal van handelen. Als die analyse is gemaakt, zijn uitspraken over "de beste schaal" wel mogelijk. En gegeven de diversiteit tussen gemeenten, kunnen die per gemeente verrassend verschillend uitpakken. Bron: Bibliotheek SZW