Resultaten onderzoek zittend bestand WW
Bij UWV bestaat er een grote behoefte aan meer kennis over de samenstelling en de arbeidsmogelijkheden van het zogeheten zittend bestand WW, werklozen die al langer dan een jaar werkloos zijn. Om deze reden is hier onderzoek naar gedaan.
Samenvatting en conclusie
Bij UWV bestaat er een grote behoefte aan meer kennis over de samenstelling en de arbeidsmogelijkheden van het zogeheten zittend bestand WW, werklozen die al langer dan een jaar werkloos zijn. Om deze reden is hier onderzoek naar gedaan. Dit kennismemo doet verslag van dit onderzoek. De onderzoeksresultaten laten zien dat bij langdurig werkloze 55-minners het hebben van werk over het algemeen een prominentere plaats in het dagelijkse leven inneemt dan bij langdurig werkloze 55-plussers. Ze vertonen gemiddeld meer werkzoekgedrag en hun werkzoekintentie ligt hoger. Ook het nut en de (financiële) noodzaak van het zoeken naar betaald werk is bij 55-minners erg groot. Daarbij ervaren ze veel psychosociale malaise klachten als gevolg van het niet-werken en meer sociale druk vanuit hun directe omgeving om een baan te vinden. Het is daarom des te schrijnender dat maar een klein deel zijn kansen op werkhervatting hoog inschat. 55-plussers echter, lijken gemiddeld meer dan 55-minners een bevredigende invulling te geven aan de dagelijkse situatie van het niet betaald werken. 55-plussers hebben veel minder het gevoel dat ze niet meer maatschappelijk meedoen, dat ze nutteloos zijn. Wellicht stuiten we hier op een variant van het ‘ontzie-beleid’ bij 55-plussers die niet werken. Oudere werklozen achten zich mogelijk vaker gelegitimeerd om niet te werken en voelen minder de (financiële en sociale) druk om weer te gaan werken. Uiteraard kan een dergelijke attitude het gevolg zijn van vele vruchteloze pogingen om weer aan het werk te komen. Vaak afgewezen worden demotiveert aanzienlijk. De gebruikelijke manieren om werk te zoeken (zoals het schrijven van sollicitatiebrieven) werkt voor langdurig werklozen niet voldoende. De kans om door een werkgever uitgenodigd te worden is zeer gering. Vooral hun leeftijd en gezondheid maken dat ze niet aantrekkelijk zijn voor de arbeidsmarkt. Of ze een veel gevraagd beroep hebben doet er niet veel toe. Om deze mensen bij werkgevers op het netvlies te krijgen, zullen dus andere wegen (dan de gebruikelijke) bewandeld moeten worden: gerichte bemiddeling, wegnemen van risico’s en belemmeringen. Op het moment dat een werkgever positieve ervaringen opdoet met ouderen en mensen met gezondheidsbeperkingen, zullen leeftijd en gezondheid wellicht minder een doorslaggevende rol spelen bij personeelsselectie. Deze resultaten van dit onderzoek geven nu inzicht in de samenstelling van het zittend bestand WW, maar dat betekent nog niet dat het voorspellers voor werkhervatting zijn. Hiervoor is een longitudinaal onderzoek nodig waarbij werklozen vanaf het begin van werkloosheid gevolgd worden. De eerste stappen voor dit onderzoek (in de vorm van een pilot) zijn nu gezet. Bron: Kennismemo