Stap voor stap door de keten
De burger die werkloos is geworden en een beroep doet op het stelsel van werk en inkomen, krijgt te maken met verschillende uitvoeringsorganisaties: het Centrum voor Werk en Inkomen (CWI), het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV) en de sociale dienst van de gemeente.
Onderzoeksdoel en vraagstelling
De centrale onderzoeksvraag richt zich op de vraag of er sprake is van samenwerking tussen de ketenpartners ten aanzien van de dienstverlening gericht op werk aan personen die eerst een WW-uitkering hebben en aansluitend doorstromen naar de WWB. Ook heeft het onderzoek betrekking op de dienstverlening van het CWI zodat de gehele keten in beeld komt. Het dossieronderzoek zal nu uitgevoerd worden bij de 30 grotere gemeenten van de G86. Uit de pilot is gebleken dat er bij kleinere gemeenten te weinig waarnemingen zijn en zal de groep worden geselecteerd uit de instromers bij de gemeenten vanuit de WW in de WWB in het eerste kwartaal van 2007, die niet eerder dan op of na 1 oktober 2005 in de WW zijn gekomen. (dit is de afrondingsdatum van de implementatie van de reïntegratiecoach bij het UWV).
Samenvatting en conclusie
De burger die werkloos is geworden en een beroep doet op het stelsel van werk en inkomen, krijgt te maken met verschillende uitvoeringsorganisaties: het Centrum voor Werk en Inkomen (CWI), het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV) en de sociale dienst van de gemeente. Het gaat hierbij om een keten van dienstverlening, waar de verschillende organisaties ieder met hun eigen expertise deel van uitmaken. Om te voorkomen dat de klant stap voor stap door de hele keten heen moet, is samenwerking en integrale dienstverlening nodig. In dit onderzoek is gekeken naar de samenwerking ten aanzien van een specifieke groep cliënten, te weten cliënten die na het bereiken van de maximale uitkeringsduur van de Werkloosheidswet (WW) aansluitend doorstromen naar de Wet Werk en bijstand (WWB). Deze groep cliënten, de zogenaamde doorlopers, doorloopt de gehele keten van werk en inkomen en krijgt te maken met de dienstverlening van zowel CWI en UWV en gemeenten. Uit het onderzoek blijkt dat CWI, UWV en gemeenten vaak nog te weinig samenwerken bij hun inspanningen om mensen aan het werk te helpen die na afloop van hun WW-uitkering in de bijstand komen. Ze zijn ieder voor zich actief voor de cliënt tot aan het moment dat ze deze overdragen aan een andere organisatie, maar van een geïntegreerde dienstverlening is vaak nog geen sprake. Bron: Bibliotheek SZW