Aan het werk met functionele beperkingen
Wat en waarom In november 2008 is het rapport ‘Reëel in werk’, Universiteit Maastricht verschenen.
Samenvatting en conclusie
Wat en waarom In november 2008 is het rapport ‘Reëel in werk’, Universiteit Maastricht verschenen. Daarin worden de resultaten weergegeven van een representatief onderzoek onder werkende WGA/WAO-ers naar de handelingsstrategieën die hen naar eigen zeggen helpen om aan het werk te blijven, ondanks de beperkingen. In combinatie met onderzoeken onder werkgevers van Astri en Regioplan ontstaat inzicht in de factoren die er aan bijdragen dat werknemers met functionele beperkingen aan het werk blijven en die waarschijnlijk ook van belang zijn ivm de re-integratie van UWV-klantgroepen met functionele beperkingen. Belangrijkste signalen: De belangrijkste succesfactor die eraan bijdraagt dat werknemers met beperkingen aan het werk blijven, blijkt samen te hangen met een goede communicatie is tussen de werknemer, werkgever, en collegae. De meest toegepaste handelingsstrategie door werknemers met functionele beperkingen, is het accepteren van de beperkingen. Andere veel toegepaste handelingsstrategieën die samenhangen met succesvol werken zijn: een gemotiveerde, positieve opstelling, initiatief tonen, en begrip van collega’s krijgen. De toegepaste handelingsstrategieën hangen niet samen met de aard van de beperkingen. Parttime werken is een veel toegepaste compensatiestrategie om evenwicht te creëren tussen de eisen die het werk stelt en de mogelijkheden van de persoon. Werkgevers, die prioriteit te stellen aan goede begeleiding bij inzetbaarheidproblemen, passen voor veel meer werknemers met beperkingen organisatorische werkaanpassingen toe dan doorsneewerkgevers. Bron: Kennismemo