De economische impact van arbeidsmigratie uit de MOE-landen, Bulgarije en Roemenië
Volgens de Wet arbeid vreemdelingen (Wav) dienen werkgevers bij voorkeur vacatures te vervullen met binnenlandse werknemers of werknemers uit de zogenaamde Europese Economisch Ruimte (EER).
Samenvatting en conclusie
Volgens de Wet arbeid vreemdelingen (Wav) dienen werkgevers bij voorkeur vacatures te vervullen met binnenlandse werknemers of werknemers uit de zogenaamde Europese Economisch Ruimte (EER). De gevolgen van deze wet zijn sinds 2004 ingrijpend gewijzigd, omdat toen onder meer de MOE-landen tot de Europese Unie toetraden. Tot 1 mei 2007 gold voor de MOE-landen nog wel een overgangsregeling, maar die geldt nu alleen nog voor de "nieuwste" EU-landen Bulgarije en Roemenië. Voor die laatste landen wordt gedacht aan verlenging dan wel afschaffing van de overgangsregeling. Naast de roep om buitenlandse arbeidskrachten om vacatures op te vullen, bestaat er ook zorg over de economische en sociale consequenties van mogelijk grote stromen migranten uit Midden- en Oost-Europa. Het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid wil daarom "harde" informatie over de impact van die arbeidsmigratie. Het onderzoek presenteert de economische consequenties van arbeidsmigratie uit MOE-landen plus Bulgarije en Roemenië. Het blijkt dat onderhavige arbeidsmigratie slechts een bescheiden impact op de Nederlandse economie heeft. Er is nauwelijks verdringing van Nederlandse werknemers op de arbeidsmarkt. Er is amper sprake van een drukkend effect op de lonen en het gemiddelde welvaartsniveau blijft gehandhaafd. Voor de collectieve sector is de netto bijdrage van (Poolse) arbeidsmigranten zelfs bescheiden positief, omdat deze groep relatief meer bijdraagt aan belastingen en premies dan dat zij gebruik maakt van collectieve voorzieningen. Bron: Bibliotheek SZW