Omvang, aard en achtergronden van baan-baan-mobiliteit

In tijden van economische recessie zijn werknemers minder star in wisseling van banen dan verwacht. Tijdens de vorige recessie die in 2001-2002 toesloeg, vonden jaarlijks nog 1,4 miljoen mensen ander werk. Werknemers wijken in dit geval vaker uit naar een andere sector met meer kans op werk.

Onderzoeksdoel en vraagstelling

Wat is bekend over de baan-baan-mobiliteit en welke bronnen zijn er op dat gebied beschikbaar? Wat is bekend over de gedwongen mobiliteit en de arbeidsmarktkansen van werknemers die (collectief) met werkloosheid worden bedreigd en welke bronnen zijn er op dat gebied beschikbaar? Welke informatie is in aanvulling op de beschikbare bronnen nodig om een goed beeld te krijgen van de baan-baan-mobiliteit en hoe kan deze informatie het beste worden ontsloten?

Samenvatting en conclusie

In tijden van economische recessie zijn werknemers minder star in wisseling van banen dan verwacht. Tijdens de vorige recessie die in 2001-2002 toesloeg, vonden jaarlijks nog 1,4 miljoen mensen ander werk. Werknemers wijken in dit geval vaker uit naar een andere sector met meer kans op werk. Het hoge aantal baanwisselingen duidt erop dat het tijdens een economische crisis niet met elke sector tegelijkertijd slecht gaat. Ook in slechte tijden zijn er toch kansen op de arbeidsmarkt. Die kansen moeten worden benut om het fundament te leggen voor de periode van economisch herstel die zich weer zal aandienen. Uit het onderzoek blijkt dat gedwongen ontslagen zo lang mogelijk worden uitgesteld. Door het inzetten van sociale plannen en Van Werk naar Werk-activiteiten worden veel negatieve effecten van een neerwaartse conjunctuur in en tussen sectoren opgelost. Zo blijkt dat in de periode 2002-2005, ook een periode van economisch minder goede tijden, de piek in ontslagaanvragen ruim twee jaar na het dieptepunt van de economische crisis volgde. Toen was er sprake van een geleidelijke conjuncturele verslechtering, wat nu niet het geval is. Een andere interessante uitkomst van het onderzoek is dat het aantal baanwisselingen in Nederland boven het Europees gemiddelde ligt. Voor het eerst zijn in dit onderzoek ook mobiliteitssaldo tussen provincies berekend. Dergelijke analyses zijn van grote waarde bij de ontwikkeling en uitvoering van landelijk, regionaal en sectoraal arbeidsmarktbeleid.