Buiten de bijstand
De inspectie heeft onderzoek gedaan naar de situatie van mensen die afzien van een WWB-uitkering, dan wel geen WWB-uitkering toegekend krijgen.
Onderzoeksdoel en vraagstelling
De inspectie onderzoekt of de uitvoering de inkomenszekerheid van (potentiƫle) cliƫnten waarborgt. Hierbij staat de groep die afziet van een uitkering c.q.. bemiddeling centraal. Daarnaast kijkt de inspectie naar een mogelijk relatie tussen afwijzingen van uitkeringen en mogelijke tekorten van gemeenten op het i-budget. Bijzondere aandacht krijgt daarom de onderbouwing van de negatieve beslissingen door gemeenten op een uitkeringsaanvraag.
Samenvatting en conclusie
De inspectie heeft onderzoek gedaan naar de situatie van mensen die afzien van een WWB-uitkering, dan wel geen WWB-uitkering toegekend krijgen. Uit het onderzoek blijkt dat, op het moment dat men zich voor het eerst meldt bij CWI en/of gemeente, tussen de veertig en vijftig procent van de ondervraagden een vast inkomen heeft. Het overige deel van de respondenten leeft van incidentele inkomsten en heeft, volgens eigen opgave, een netto huishoudeninkomen dat beneden het bestaansminimum ligt. Niet iedereen die zich aanmeldt voor een bijstandsuitkering, zet de aanvraag door. Velen zien af van een uitkering, als men direct voor een work first traject wordt ingezet. Ook het vinden van werk of het starten van een opleiding kan een reden zijn om de aanvraag stop te zetten. Daarnaast heeft de aanvrager soms geen recht op bijstand door inkomen van partner of vermogen. De inspectie constateert dat de beslissingen over het niet toekennen van bijstandsuitkeringen bij de onderzochte gemeenten goed zijn onderbouwd, afgezien van incidentele fouten. De inspectie vindt het dan ook een positieve uitkomst van het onderzoek dat de strenge poortwachter niet heeft geleid tot ten onrechte genomen beslissingen. Bron: Bibliotheek SZW