Verkenning van de gevolgen van een verhoging van de pensioenleeftijd

Het effect van de verhoging van de pensioenleeftijd op de beroepsbevolking is relatief klein, zeker als we kijken naar de ontwikkeling per jaar.

Samenvatting en conclusie

Het effect van de verhoging van de pensioenleeftijd op de beroepsbevolking is relatief klein, zeker als we kijken naar de ontwikkeling per jaar. Afgezet tegen de trendmatige ontwikkeling van de werkende beroepsbevolking zal de invloed van een hogere pensioenleeftijd in de periode 2013-2025 tot een 3% grotere populatie leiden in 2025. In aantallen gaat het om ongeveer 200.000 extra werkenden in 2025. Omdat het effect op de omvang van de werkende beroepsbevolking beperkt is zullen ook de effecten voor de uitkeringspopulaties en re-integratie activiteiten beperkt zijn. Het effect van verwachte structurele ontwikkelingen zoals een toenemende participatiegraad van ouderen op de instroom in de sociale zekerheid is veel groter dan het effect van een verhoging van de pensioenleeftijd naar 67 jaar. Daarnaast is het effect van de periodieke schommelingen in sommige wetten (WW, Bijstand) als gevolg van de conjunctuur veel groter dan het effect van de verhoging van de pensioenleeftijd. Ook voor het uitkeringsbestand geldt dat het effect van de structurele ontwikkelingen op het werkaanbod vaak van een grotere orde is dan het toevoegen van twee extra uitkeringsjaren. Een mogelijke uitzondering vormt de WIA. De verschillen tussen de varianten, die gehanteerd worden voor de verhoging van de pensioenleeftijd, zijn minimaal. Bron: Kennismemo