Herintreding van vroeggepensioneerden
Nederland vergrijst en dat heeft, vooral na de economische crisis, voor de arbeidsmarkt belangrijke consequenties. Immers het arbeidsaanbod zal afnemen. Een andere consequentie is dat de arbeidsmarkt minder flexibel wordt.
Onderzoeksdoel en vraagstelling
Welk gedeelte van de groep ouderen met VUT/prepensioen heeft animo en gelegenheid om een gedeelte van de beschikbare tijd in te zetten voor vervulling van vacatures? In hoeverre spelen aan de kant van het aanbod en de vraag specifieke factoren, wensen en omstandigheden die van invloed zijn op de mate van herintreding van deze groep? Welke soorten bepalingen in VUT- en prepensioenregelingen zijn van invloed op beslissingen van ouderen met VUT/prepensioen om weer betaald werk te verrichten?
Samenvatting en conclusie
Nederland vergrijst en dat heeft, vooral na de economische crisis, voor de arbeidsmarkt belangrijke consequenties. Immers het arbeidsaanbod zal afnemen. Een andere consequentie is dat de arbeidsmarkt minder flexibel wordt. Oudere werknemers veranderen minder vaak van baan. En wanneer ze werkloos worden, slagen ze er nauwelijks in om weer terug te keren in het arbeidsproces. De arbeidsparticipatie van ouderen moet dus worden vergroot. Daarnaast is het belangrijk te bezien of ouderen die gestopt zijn, bereid zijn een nieuwe start te maken. Ook daarmee wordt de arbeidsdeelname van ouderen en daarmee hun bijdrage aan het draagvlak voor welvaart en collectieve voorzieningen vergroot. Het is dus zinnig na te gaan hoe het staat met de (hernieuwde) arbeidsdeelname van vroeggepensioneerden. De vraag is wie dat zijn en waarom ze herintreden. Welke belemmeringen ondervinden ze en waar en hoe gaan ze aan de slag? Op die vragen gaat dit rapport in. Opvallend is dat veel vroeggepensioneerden met een baan op min of meer flexibele basis hun weg teruggevonden hebben naar hun oude werkgever. Wanneer werkgevers vroeggepensioneerden werven, dan is het vaak onder het eigen voormalige personeel.