Onderbenutting bij MBO’ers
Een op de drie werkende MBO-schoolverlaters is van mening dat hij of zij onder zijn of haar kennis- en opleidingsniveau werkt. Dit verschilt sterk per opleidingsrichting en/of opleidingsniveau. - BBL’ers worden vaker onderbenut dan BOL’ers.
Onderzoeksdoel en vraagstelling
Op welke wijze wordt onderbenutting in monitor-rapporten en recent verschenen onderzoek gedefinieerd en gemeten? In hoeverre doet onderbenutting van MBOers zich voor? (omvang, niveaus-richtingen, achtergrondkenmerken, sectoren, trends) Hoe duurzaam is onderbenutting (loopbanen)? In hoeverre sluit het oordeel van werkgevers aan bij dat van werknemers? Wat is bekend over mogelijke oorzaken van onderbenutting?
Samenvatting en conclusie
Een op de drie werkende MBO-schoolverlaters is van mening dat hij of zij onder zijn of haar kennis- en opleidingsniveau werkt. Dit verschilt sterk per opleidingsrichting en/of opleidingsniveau. - BBL’ers worden vaker onderbenut dan BOL’ers. De richting Landbouw kent de grootste kans op onderbenutting. - Hoe hoger het MBO-niveau het gemiddelde afstudeercijfer des te kleiner de kans op onderbenutting. Ook geldt, hoe hoger het MBO-niveau, des te kleiner de kans op onderbenutting. - Ongeveer de helft van de schoolverlaters die onder hun opleidingsniveau beginnen, werkt na vier jaar nog steeds op een lager niveau dan de opleiding rechtvaardigt. - In laagconjunctuur beginnen meer schoolverlaters op een te lage functie dan in hoogconjunctuur. - Wie langere tijd onder zijn of haar opleidingsniveau werkt, ervaart het werk als passend bij het competentieniveau. Langdurig onder je niveau werken leidt dan ook tot verlies van tijdens de opleiding opgedane competenties. - Van alle werkenden die op MBO-niveau zijn opgeleid vindt 47% de aansluiting tussen opleiding en baan niet optimaal. In 1998 was dat nog 23%. De aansluiting is dus in de loop der jaren verslechterd.