Zelfstandig uit de WW

Met ingang van 1 juli 2006 is de startersregeling voor mensen met een WW-uitkering in werking getreden. Met deze regeling kunnen mensen met behoud van de WW-uitkering starten als zelfstandige.

Onderzoeksdoel en vraagstelling

In 2006 is een regeling ingegaan die uitstroom uit de WW naar zelfstandig ondernemerschap moet bevorderen. Nagaan dient te worden of deze regeling werkt

Samenvatting en conclusie

Met ingang van 1 juli 2006 is de startersregeling voor mensen met een WW-uitkering in werking getreden. Met deze regeling kunnen mensen met behoud van de WW-uitkering starten als zelfstandige. De startersregeling houdt in dat, na toestemming van het UWV iemand gedurende een periode van 26 weken kan starten als zelfstandig ondernemer vanuit de WW. Gedurende deze periode behoudt de starter zijn WW-uitkering en heeft hij geen sollicitatieplicht. De starter kan zich volledig richten op zijn start als ondernemer. Om concurrentievervalsing (bevoordeling ten opzichte van andere starters) te voorkomen, maar ook om de starter te stimuleren direct inkomen te genereren, is er daarbij voor gekozen 70% van de inkomsten van het eerste jaar te verrekenen met de uitkering. Bovendien is de startperiode gelimiteerd tot 26 weken. In deze evaluatiestudie staan drie vragen centraal: (1) Draagt de regeling bij aan uitstroom uit de uitkering?; (2) Draagt de regeling bij aan stimulering van het ondernemerschap?; (3) Welke (externe) effecten heeft de regeling in de praktijk? Uit de evaluatie blijkt dat er mensen als zelfstandig ondernemer zijn gestart die dat zonder de startersregeling niet zouden hebben gedaan. De extra kans die de startersregeling biedt, wordt positief beoordeeld. Belangrijkste kritiekpunt: de wijze waarop de inkomstenverrekening plaatsvindt en de overgang na een half jaar van inkomsten- naar urenverrekening is te ingewikkeld.