KM 10-01 Verkenning van de gevolgen van de voorgestelde wijziging van de pensioenleeftijd voor de volumes in de sociale zekerheid.
Het effect van de verhoging van de pensioenleeftijd op de beroepsbevolking is relatief klein, zeker als we kijken naar de ontwikkeling per jaar. Afgezet tegen de trendmatige ontwikkeling van de werkende beroepsbevolking zal de hogere pensioenleeftijd in 2025 tot een 2,7% grotere populatie leiden.
Samenvatting en conclusie
Het effect van de verhoging van de pensioenleeftijd op de beroepsbevolking is relatief klein, zeker als we kijken naar de ontwikkeling per jaar. Afgezet tegen de trendmatige ontwikkeling van de werkende beroepsbevolking zal de hogere pensioenleeftijd in 2025 tot een 2,7% grotere populatie leiden. In aantallen gaat het om ongeveer 200.000 extra werkenden. - Omdat het effect op de omvang van de werkende beroepsbevolking beperkt is, is ook het verwachte effect op het aantal nieuwe uitkeringsgerechtigden beperkt. Alleen bij de WIA is er met 6% meer instroom een wat substantiƫlere stijging. - De verhoging van de pensioenleeftijd heeft via de combinatie van hogere instroom en verlenging van de uitkeringsduur een groter effect op het uitkeringsbestand. Echter, alleen bij de WIA en de WAO zijn deze effecten substantieel. Bij de WIA is het bestand in 2025 33.000 (+11%) hoger en bij de WAO is het bestand 20.000 (+20%) hoger. - Bij de analyse van de gevolgen van de verhoging van de pensioenleeftijd kan worden opgemerkt dat het effect van de verwachte toename van de participatiegraad in de leeftijdsklasse 55-64 jaar op de instroom in de sociale zekerheidswetten groter is dan het effect van een verhoging van de pensioenleeftijd naar 67 jaar. Bron: Kennismemo