Onderzoek ten behoeve van de evaluatie Wet bijzondere bijstand bij dwangopname
In dit rapport staan de twee volgende vragen centraal. Hoe geven gemeenten invulling aan het beleid met betrekking tot de uitvoering van de wet bijzondere bijstand bij dwangopname geredeneerd vanuit het perspectief dat zij verantwoordelijk zijn voor de uitvoering van deze wet?
Onderzoeksdoel en vraagstelling
Bij brief van 3 juni 2009 heeft de staatssecretaris de inspectie gevraagd om ten behoeve van de evaluatie te rapporteren over het effect van de Wet bijzondere bijstand bij dwangopname alsmede een beschrijving van de werking van deze wet vanuit het perspectief van de uitvoeringsinstellingen.
Samenvatting en conclusie
In dit rapport staan de twee volgende vragen centraal. Hoe geven gemeenten invulling aan het beleid met betrekking tot de uitvoering van de wet bijzondere bijstand bij dwangopname geredeneerd vanuit het perspectief dat zij verantwoordelijk zijn voor de uitvoering van deze wet? Draagt de bij de Wet bijzondere bijstand bij dwangopname geïntroduceerde mogelijkheid tot bijzondere bijstandsverlening bij aan het voorkomen van dakloosheid, het niet verzekerd zijn tegen ziektekosten en aan het kunnen voldoen van persoonlijke uitgaven voor personen die gedwongen worden opgenomen of worden verpleegd in een psychiatrisch ziekenhuis, instelling voor verstandelijke gehandicapten, verpleeg-/verzorgingstehuis of TBS-inrichting? Uit het onderzoek blijkt dat 60 procent van de gemeenten beleid heeft geformuleerd waarin geen onderscheid wordt gemaakt naar opname in een inrichting bij dwangopname en naar vrijwillige opname in een inrichting als bedoeld in artikel 1 onder f WWB. Dit impliceert onder meer dat deze gemeenten bij dwangopname de hoogte van de bijstand voor kleine persoonlijke uitgaven en de premie voor de ziektekostenverzekering niet individueel bepalen maar hiervoor bijstand verlenen naar de norm zak- en kleedgeld en de toeslag voor de ziektekostenverzekering als bedoeld in artikel 23 WWB. De helft van deze gemeenten doen dit bovendien in de vorm van algemene in plaats van bijzondere bijstand. Bijstand voor doorbetaling van de vaste lasten in verband met het aanhouden van de woning wordt door alle gemeenten die beleid hebben vastgelegd (60%) altijd verleend in de vorm van bijzondere bijstand. Veertig procent van de gemeenten heeft geen specifiek beleid geformuleerd. Deze gemeenten passen het maatwerkprincipe toe. Naar de mening van de gemeenten en de betrokken zorginstellingen krijgen de mensen waarvoor de wet bedoeld is de bijstand waar ze recht op hebben. Door de gemeenten en instellingen wordt niet-gebruik nagenoeg uitgesloten. Bron: Bibliotheek SZW