Wachttijden voor schuldhulpverlening bij gemeenten
In januari 2010 is het wetsvoorstel 'Gemeentelijke schuldhulpverlening' aan de Tweede Kamer aangeboden.
Samenvatting en conclusie
In januari 2010 is het wetsvoorstel 'Gemeentelijke schuldhulpverlening' aan de Tweede Kamer aangeboden. Een van de doelen van dit wetsvoorstel is dat de hulpverlening een integraal karakter heeft waarbij niet alleen aandacht uitgaat naar het oplossen van het schuldenprobleem, maar ook gekeken wordt naar de omstandigheden waaronder die schulden zijn ontstaan. Een belangrijk uitgangspunt van het wetsvoorstel is verder, dat gemeenten na een verzoek tot schuldhulpverlening maximaal vier weken de tijd krijgen om een eerste intakegesprek met de cliënt te houden. Ook is in het wetsvoorstel opgenomen dat gemeenten verplicht zijn de cliënten vooraf een globaal inzicht te geven in de verwachte doorlooptijd van het traject onder de voorwaarde dat de cliënt meewerkt aan de schuldhulpverlening. Panteia heeft in de periode december 2009 tot en met maart 2010 een quickscan uitgevoerd naar de wachttijden van schuldhulpverlening bij gemeenten. De onderzoeksresultaten dienen als startpunt voor het in kaart brengen van de ontwikkeling bij gemeenten in de wachttijden in de periode 2010 en De gemiddelde standaardwachttijd per gemeente is 32 dagen. Dit is dus de periode tussen de aangemelde registratie van de cliënt bij schuldhulpverlening en het eerste intakegesprek met de schuldhulpverlener. De gemeenten met minder dan 50.000 inwoners hebben duidelijk een kortere wachttijd dan de gemeenten met meer dan 50.000 inwoners. Gemiddeld duurt het ruim 11 weken (81 dagen) om in een standaard schuldsituatie vast te stellen hoe de schulden van een cliënt aangepakt gaan worden. De grootte van de gemeente heeft invloed op de doorlooptijd in zowel standaard schuldsituaties als urgente schuldsituaties. Kleinere gemeenten hebben een langere doorlooptijd dan grotere gemeenten in standaard schuldsituaties. In urgente schuldsituaties hebben kleinere gemeenten (tot 20.000 inwoners) juist relatief korte doorlooptijden. Bron: Bibliotheek SZW