Gezondheidsbeleving en werkhervatting 35-minners
Sinds de invoering van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA) eind 2005, geldt dat werknemers die minder dan 35 procent arbeidsongeschikt worden bevonden, geen recht hebben op een WIA-uitkering.
Onderzoeksdoel en vraagstelling
Wat is de invloed van vastgestelde belemmeringen ten aanzien van de verdiencapaciteit en de ervaren gezondheid op werkhervatting na afwijzing van de WIA-claim?
Samenvatting en vraagstelling
Sinds de invoering van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA) eind 2005, geldt dat werknemers die minder dan 35 procent arbeidsongeschikt worden bevonden, geen recht hebben op een WIA-uitkering. In het sociaal akkoord van het najaar van 2004 is afgesproken dat voor deze categorie werknemers met een lichte arbeidsbeperking (35% of minder arbeidsongeschikt) op het niveau van de arbeidsorganisatie tot maatwerkoplossingen dient te worden gekomen. Het is de vraag of het in alle gevallen realistisch is om van de werkgever en de desbetreffende werknemer te verwachten dat zij in het eigen bedrijf aan de slag blijven. Werknemers met een beperkt verlies aan verdiencapaciteit zullen niet in alle gevallen geschikt zijn voor het eigen werk of ander werk binnen het bedrijf. Daarnaast kunnen er ook bij een beperkt verlies aan verdiencapaciteit substantiƫle gezondheidsbeperkingen zijn. Het doel van dit onderzoek is dan ook om inzicht te verkrijgen in de relatie tussen belastbaarheid van 35-minners en de kans op werkhervatting. Het gaat, met andere woorden, om de vraag of de vastgestelde beperkingen en/of de gezondheidsbeleving van 35-minners van invloed zijn op de kans dat 35-minners het werk hervatten. De centrale vraag van het onderzoek luidt dan ook: wat is de invloed van de vastgestelde belastbaarheid en de ervaren belastbaarheid voor werk op werkhervatting na afwijzing van de WIA-claim?