De praktijk van waardeoverdracht

Om pensioenverlies tegen te gaan bestaat sinds 1994 het wettelijk recht op waardeoverdracht. Sinds 1994 heeft zich in pensioenland een aantal veranderingen voorgedaan die hun weerslag hebben gehad voor de waardeoverdracht.

Samenvatting en conclusie

Om pensioenverlies tegen te gaan bestaat sinds 1994 het wettelijk recht op waardeoverdracht. Sinds 1994 heeft zich in pensioenland een aantal veranderingen voorgedaan die hun weerslag hebben gehad voor de waardeoverdracht. Zo heeft een overgang plaatsgevonden van eindloon naar middelloonregelingen en is vaak het nabestaandenpensioen van opbouwbasis omgezet naar een pensioen op risicobasis. Deze veranderingen hebben geleid tot een aantal knelpunten in het huidige systeem van waardeoverdracht. SEO Economisch Onderzoek heeft daarom in opdracht van het ministerie van SZW de praktijk rondom waardeoverdracht in kaart gebracht als eerste stap in het proces om na te gaan of een heroverweging van het systeem nodig is. Daarbij zijn de omvang van waardeoverdracht en de financiële stromen in beeld gebracht alsmede de effecten van waardeoverdracht op pensioenfondsen en verzekeraars en de knelpunten die daaruit voortvloeien. Van de circa 500.000 werknemers die jaarlijks van werkkring wisselen, wisselen ruim 290.000 van pensioenuitvoerder. Van deze groep doen 114.600 werknemers daadwerkelijk aan waardeoverdracht. In tweederde van de gevallen betreft het waardeoverdracht van pensioenopbouw van maximaal 5 jaar. Gemiddeld gaat het om ? 15.000, in totaal om € 1,7 miljard, ongeveer 0,25% van het totale pensioenvermogen van € 706 miljard. De kosten van waardeoverdracht voor beide betrokken pensioenuitvoerders komen globaal overeen met de kosten die in geval van achterlaten van pensioenopbouw gegenereerd worden. Beide zijn circa € Bron: Bibliotheek SZW