KM 10-08 Regionale verschillen bij het beroep op de Wajong

In de SCP-publicatie ‘Beperkt aan het werk’ (mei 2010) werd geconstateerd dat provincies sterk verschillen wat betreft het aandeel inwoners met een Wajong-uitkering.

Samenvatting en conclusie

In de SCP-publicatie ‘Beperkt aan het werk’ (mei 2010) werd geconstateerd dat provincies sterk verschillen wat betreft het aandeel inwoners met een Wajong-uitkering. De drie noordelijke provincies, Overijssel en Limburg hebben een relatief hoge Wajong-concentratie. West-Nederland heeft een relatief lage Wajong-concentratie. Provincies met een hoge concentratie kennen meestal ook een hoog instroomrisico en andersom. Provincies die hiervan afwijken zijn Friesland en Limburg, die een hoge Wajong-concentratie hebben, maar een gemiddeld instroomrisico, en Flevoland dat een lage concentratie heeft, maar een relatief hoog instroomrisico. Kenniscentrum UWV onderzocht na het verschijnen van het SCP-rapport wat ten grondslag ligt aan de regionale verschillen. De analyses betreffen de periode 1999-2009 (dus exclusief uitkeringen in het kader van de nieuwe Wet Wajong in 2010). Allereerst bleek dat de huidige regionale verschillen in Wajong-concentratie al lang bestaan. Zij lijken (deels) een resultante te zijn van (langdurig) bestaande verschillen tussen de provincies in sociaal-economische ontwikkeling. Een langdurig geringe economische groei en hoge werkloosheid dragen bij aan de groei van de Wajong-concentratie en instroomrisico. Verschillende mechanismen liggen hieraan ten grondslag: - Numeriek effect: Inwoners van sociaal-economisch zwakke provincies verhuizen naar provincies met meer en betere werkgelegenheid. Dit leidt tot een bevolkingskrimp (vestigingstekort) in zwakke regio’s en bevolkingsgroei (vestigingsoverschot) in sterke regio’s. - Selectie- en samenstellingseffect: De meest kansrijken (jonge en goed opgeleide) inwoners vertrekken uit provincies met hoge werkloosheid en de minst kansrijke (oudere, minder goed opgeleide, arbeidsongeschikte en uitkeringsontvangende) inwoners blijven. - Gedragseffect: In provincies met langdurig hoge werkloosheid is het voor mensen met beperkingen moeilijker om aan een reguliere baan te komen. Zij zullen vaker een beroep (proberen te) doen op de Wajong. Regionale verschillen in Wajong-concentratie worden dus niet veroorzaakt door recente ontwikkelingen in regelgeving en uitvoering, maar kunnen daardoor wel versterkt of veranderd zijn. Regionale verschillen in Wajong-instroomrisico bestaan ook al lang, maar zijn minder stabiel over de jaren. Het zijn niet elk jaar dezelfde provincies die een relatief hoog (c.q. laag) instroomrisico hebben. Bron: Kennismemo