De flexibele schil
Het aandeel flexibele arbeid in Nederland bedraagt volgens het UWV op basis van de polisadministratie 34 procent. Op basis van CBS-gegevens uit de Enquete beroepsbevolking (EBB) zou dit 17 procent zijn. In dit artikel worden beide cijfers vergeleken.
Onderzoeksdoel en vraagstelling
Het doel is om meer inzicht te krijgen in de invloed van de flexibilisering van de arbeidsmarkt op de volumeontwikkelingen in de WW. Hiernaast kan inzicht in de flexibele schil bijdragen aan het adequater en completer beschrijven van de resultaten van re-integratieactiviteiten. De hoofdvraag is wat de omvang en samenstelling van de flexibele schil is. UWV gaat hierover ook met andere partijen overleggen (CBS, uitzendbranche). (KA 2011, 2.1.a)
Samenvatting en conclusie
Het aandeel flexibele arbeid in Nederland bedraagt volgens het UWV op basis van de polisadministratie 34 procent. Op basis van CBS-gegevens uit de Enquete beroepsbevolking (EBB) zou dit 17 procent zijn. In dit artikel worden beide cijfers vergeleken. Het blijkt dat het verschil vooral veroorzaakt wordt door een verschil in definitie van flexibele arbeid. Om meer duidelijkheid in de discussie rondom de flexibele schil te brengen, worden in deze bijdrage enkele mogelijke definities gepresenteerd.