Programmarapportage Activering jongeren

Om de arbeidsmogelijkheden van werkloze jongeren en jongeren met een arbeidsbeperking beter op de arbeidsmarkt te kunnen benutten zijn de Wet investeren in jongeren (WIJ) en de Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten (nWajong) ingevoerd.

Onderzoeksdoel en vraagstelling

De programmarapportage heeft als thema ‘Jeugd’ met als focus de werking van de WIJ en de nieuwe Wajong. In deze rapportage wordt nagegaan of het stelsel van werk en inkomen bijdraagt aan de participatie van werkloze of arbeidsongeschikte jongeren. Belangrijke onderwerpen die daarbij aan de orde zullen komen zijn de selectiviteit van de inzet van instrumenten voor jongeren en de mate waarin deze instrumenten de doelgroep bereiken. Ook de vraag of de uitvoering vraaggericht opereert ten aanzien van jongeren en wat jongeren én werkgevers daarvan merken, zal worden beantwoord.

Samenvatting en conclusie

Om de arbeidsmogelijkheden van werkloze jongeren en jongeren met een arbeidsbeperking beter op de arbeidsmarkt te kunnen benutten zijn de Wet investeren in jongeren (WIJ) en de Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten (nWajong) ingevoerd. IWI deed onderzoek naar de uitvoering van beide wetten door gemeenten en het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV). Zowel met de WIJ als met de nWajong is een paradigmawijziging beoogd. Een uitkering is niet meer vanzelfsprekend, werk staat voorop. Nieuw aan de WIJ is dat gemeenten elke jongere die een beroep doet op de WIJ, eerst een werkleeraanbod moeten doen. Pas als een jongere dat werkleeraanbod accepteert, gaat de gemeente na of iemand voor een inkomensvoorziening in aanmerking komt. In de nWajong is de acceptatie van een werkleeraanbod niet voorwaardelijk voor de uitkering, maar UWV moet wel voor elke Wajonger met arbeidsmogelijkheden een participatieplan opstellen waaraan de jongere mee moet werken.