UWV Monitor Arbeidsparticipatie 2012. Aan het werk zijn, komen en blijven van mensen met een arbeidsbeperking

In 2011 werkten er voor het eerst meer Wajongers bij reguliere werkgevers dan in of via de Sociale Werkvoorziening. Ruim 60% van de Wajongers die werken bij een reguliere werkgever krijgt een vorm van ondersteuning.

Onderzoeksdoel en vraagstelling

De monitor richt zich ten eerste op Wajongers, een groep waar de laatste jaren veel aandacht naar uit is gegaan. Deze monitor beschrijft de mate van arbeidsparticipatie van de totale populatie Wajongers. Echter, niet alle Wajongers hebben arbeidsmogelijkheden. Voor een groot deel van de Wajongers kunnen we op basis van de uitkeringsbestanden geen onderscheid maken tussen degenen die wél en degenen die géén arbeidsmogelijkheden hebben. Dit komt omdat de oude Wajong geen onderscheid kent in een regeling voor Wajongers met en voor Wajongers zonder arbeidsmogelijkheden. Als we alleen zouden kijken naar Wajongers mét arbeidsmogelijkheden zal het aandeel dat aan het werk is of ooit heeft gewerkt veel hoger liggen dan de cijfers die we in deze monitor voor de totale Wajongpopulatie presenteren. Ten tweede beschrijft de monitor de arbeidsparticipatie van personen die een uitkering krijgen vanuit de Werkhervattingsregeling Gedeeltelijk Arbeidsgeschikten (WGA), één van de regelingen in de WIA. Ten derde is er aandacht voor personen van wie de aanvraag voor de WIA-uitkering is afgewezen, omdat hun inkomensverlies ten opzichte van het oude inkomen minder dan 35% is, de zogeheten WIA 35-minners. Van zowel WGA’ers als WIA 35-minners wordt verwacht dat ze deelnemen aan de arbeidsmarkt (en hun verdiencapaciteit benutten). In 2011 kregen 30.100 mensen voor het eerst een WGA-uitkering en ongeveer 16.300 voor het eerst een Wajonguitkering. In 2010 waren dat er respectievelijk 28.400 en 17.800. Bij bijna 20.000 mensen is de aanvraag voor een WIA-uitkering in 2011 afgewezen, omdat hun inkomensverlies ten opzichte van het oude inkomen minder dan 35% was (WIA 35-minners).

Samenvatting en conclusie

In 2011 werkten er voor het eerst meer Wajongers bij reguliere werkgevers dan in of via de Sociale Werkvoorziening. Ruim 60% van de Wajongers die werken bij een reguliere werkgever krijgt een vorm van ondersteuning. In totaal was eind 2011 een kwart van de Wajongers aan het werk. De arbeidsparticipatie van WIA 35-minners en van mensen met een gedeeltelijke WGA-uitkering is tussen 2008 en 2011 gedaald, deels vanwege de economische crisis maar ook doordat de groep arbeidsbeperkten voor een steeds groter deel bestaat uit mensen zonder binding met de arbeidsmarkt tijdens de eerste twee ziektejaren, de voormalig vangnetters.