Actief op weg naar werk

Het onderzoek beoogt aan te geven in hoeverre gemeenten de zoekperiode voor jongeren toepassen en de verordeningplicht maatschappelijke participatie schoolgaande kinderen invullen conform de bedoelingen van de wetgever.

Onderzoeksdoel en vraagstelling

Het onderzoek beoogt aan te geven in hoeverre gemeenten de zoekperiode voor jongeren toepassen en de verordeningplicht maatschappelijke participatie schoolgaande kinderen invullen conform de bedoelingen van de wetgever. Hoofdvraag is in hoeverre de uitvoering door gemeenten van de wettelijke bepalingen spoort met de bedoelingen van de wetgever.

Samenvatting en conclusie

Het onderzoek beoogt aan te geven in hoeverre gemeenten de zoekperiode voor jongeren toepassen en de verordeningplicht maatschappelijke participatie schoolgaande kinderen invullen conform de bedoelingen van de wetgever. Hoofdvraag is in hoeverre de uitvoering door gemeenten van de wettelijke bepalingen spoort met de bedoelingen van de wetgever. Op het gebied van uitvoering hebben gemeenten de voorlichting op orde. Gemeenten hebben overwegend helder geformuleerd aan welke verplichtingen jongeren moeten voldoen. Het is duidelijk welke activiteiten deze moeten ontplooien op het gebied van werk en scholing en waar ze zich eventueel moeten melden voor ondersteuning of hulpverlening. Daarnaast hebben alle gemeenten de verplichtingen van jongeren uitgewerkt in concrete opdrachten. Enkele gemeenten geven intensieve ondersteuning tijdens de zoektijd en handelen daarmee in strijd met het uitgangspunt van de eigen verantwoordelijkheid tijdens de zoekperiode. De Inspectie kan geen afgewogen oordeel geven over de kwaliteit van de controle en handhaving van de inspanningsverplichtingen ten aanzien van de zoekperiode, maar heeft de indruk op basis van interviews en dossierstudie dat gemeenten streng zijn bij het opleggen van verplichtingen maar aanzienlijk minder streng bij het beoordelen en handhaven van de verplichtingen. Bijna alle gemeenten hebben een verordening maatschappelijke participatie van schoolgaande kinderen vastgesteld en de voorlichting hierover is overwegend voldoende toegankelijk. Op beleidsniveau hebben gemeenten voldoende aandacht voor maatschappelijke participatie, ook al ontbreken kwantitatieve doelstellingen en wordt vaak aangesloten bij modelteksten.