Verklaring van de stijging in WIA-instroom: een werknemers- en werkgeversperspectief
Dit rapport bundelt drie deelonderzoeken, die elk vanuit een eigen perspectief een verklaring proberen te vinden voor de sterke stijging van de WIA-instroom tussen 2006 en 2011.
Onderzoeksdoel en vraagstelling
De WIA-instroom over de periode 2007-2010 is fors gestegen. Deze stijging concentreert in de instroom van vangnetters. Dit zijn met name zieke werklozen, zieke uitzendkrachten en zieke werknemers na beƫindiging van het dienstverband. UWV wil graag weten wat verklaringen zijn voor deze sterk toegenomen WIA-instroom in de periode van 2007 tot en met 2010/2011. De centrale vraagstellingen in dit onderzoek zijn: 1. Kunnen veranderingen in gezondheids-, persoons- en werkkenmerken van de hele werknemerspopulatie, of bepaalde groepen hierin een verklaring bieden voor een verhoogde WIA-instroom? Te denken valt dan vooral aan veranderingen bij kwetsbare groepen zoals flexwerkers. 2. Vormt de toegenomen flexibilisering op zichzelf een verklaring voor de verhoogde WIA instroom? 3. Is de crisis (mede) verantwoordelijk voor de verhoogde WIA-instroom? Heeft de crisis de kansen van kwetsbare werknemers zoals mensen met een als slecht ervaren gezondheid of werknemers met een flexibel contract om de WIA in te stromen vergroot?
Samenvatting en conclusie
Dit rapport bundelt drie deelonderzoeken, die elk vanuit een eigen perspectief een verklaring proberen te vinden voor de sterke stijging van de WIA-instroom tussen 2006 en 2011. Uit de onderzoeken blijkt dat de gezondheid en de arbeidsomstandigheden niet verslechterd zijn en dat werkgevers sterk letten op gezondheid en ziekteverzuim bij beslissingen over het aannemen of behouden van personeel. Er zijn echter geen aanwijzingen dat de invoering van de WIA de kansen op baanbehoud van flexwerkers verder verslechterd heeft, vergeleken met de WAO. Dit subsidieonderzoek (looptijd: 2012-2014) komt voort uit de subsidieronde 2012.