De maatschappelijk nuttige tegenprestatie
Dit rapport is een product van een onderzoeksproject met als doel de rechtstatelijke kaders van de lokale verzorgingsstaat beter in beeld te brengen.
Samenvatting en conclusie
Dit rapport is een product van een onderzoeksproject met als doel de rechtstatelijke kaders van de lokale verzorgingsstaat beter in beeld te brengen. Bij de activering van werklozen wordt de overheid meer en meer toegerust om in de persoonlijke levenssfeer van burgers te treden, met als risico dat deze inmenging doorslaat en een repressief karakter krijgt. Onderzocht wordt of dit inderdaad gebeurt. Daartoe is eerst een normatief juridisch kader ontwikkeld dat criteria biedt om activering van repressie te onderscheiden. Waar slaat het gebruik van dwang om in repressie? Vervolgens is een casestudy uitgevoerd bij zeven gemeenten die in 2012 de nieuwe wederkerigheidsbepaling in de WWB hebben benut om ontvangers van een bijstandsuitkering te verplichten een maatschappelijk nuttige tegenprestatie (MNT) te leveren, bijvoorbeeld in de vorm van vrijwilligerswerk. In hoeverre is de manier waarop de onderzochte gemeenten de MNT hanteren als repressief te karakteriseren? Vastgesteld wordt dat de gemeenten in de studie de MNT niet repressief toepassen en maatregelen hebben getroffen om repressieve toepassing te voorkomen. De gemeenten hebben ook niet de bedoeling de MNT repressief in te zetten, integendeel. Ze onderschrijven wel de wederkerigheidsgedachte, maar zien de regeling ook als een aansporing om zich in te zetten voor cliënten voor wie de reguliere op re‐integratie gerichte instrumenten niet meer van toepassing zijn. Dit heeft consequenties voor de manier waarop de uitvoering vorm krijgt. Hierbij speelt het eigen initiatief en de keuzevrijheid van de cliënt een belangrijke rol. Afsluitend wijzen de onderzoekers wel op de beperkingen van het onderzoek, een zekere willekeur in de MNT-procedure, onvoldoende borging van randvoorwaarden en het gevaar van verdringing.