De boete belicht
In een meerjarig programma onderzoekt de Inspectie de bijdrage van de gemeenten, het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV) en de Sociale Verzekeringsbank (de SVB) aan de effectiviteit van de fraudewet.
Samenvatting en conclusie
In een meerjarig programma onderzoekt de Inspectie de bijdrage van de gemeenten, het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV) en de Sociale Verzekeringsbank (de SVB) aan de effectiviteit van de fraudewet. In 2012 heeft zij de situatie voor de invoering van deze wet in kaart gebracht. Daaruit bleek dat er voor wat betreft het sanctioneren van vastgestelde fraude grote verschillen zijn tussen de uitvoeringsorganisaties. In 2014 heeft de Inspectie een vervolgonderzoek uitgevoerd. Het onderzoek heeft betrekking op de handhaving van de inlichtingenplicht en volgt het proces van handhaving tot en met het opleggen van boetes, zoals dat bij gemeenten, UWV en de SVB wordt uitgevoerd. De Inspectie constateert dat de uitvoeringsorganisaties als gevolg van de Fraudewet beleid en uitvoering hebben ingericht om de aanscherping van handhaving en sanctiebeleid te realiseren. Uit het onderzoek blijkt echter dat veel gemeenten, naar het oordeel van de Inspectie, te weinig en te lage boetes opleggen. Voorts past de SVB bij de boeteberekening een werkwijze toe, die niet past binnen het kader van de wet. Ook constateert de Inspectie dat uitvoeringsinstellingen in de onderzoekperiode niet altijd een uniforme uitvoering binnen de eigen organisaties hebben. Hierdoor komt volgens de Inspectie de rechtsgelijkheid in het gedrang.