Divosa-monitor factsheet : intergemeentelijke samenwerking

Van de gemeenten werkt 66% in een officieel verband samen met andere gemeenten bij de uitvoering van de Participatiewet, een groei van 12% sinds 2013. 49% werkt samen in een gemeenschappelijke regeling, 17% op basis van een overeenkomst, inkoop of uitbesteding.

Samenvatting en conclusie

Van de gemeenten werkt 66% in een officieel verband samen met andere gemeenten bij de uitvoering van de Participatiewet, een groei van 12% sinds 2013. 49% werkt samen in een gemeenschappelijke regeling, 17% op basis van een overeenkomst, inkoop of uitbesteding. 91% van de samenwerkende gemeenten doet dat op werk- én inkomenstaken. Bijna de helft van de samenwerkingsverbanden heeft een verzorgingsgebied van meer dan 100.000 inwoners. Door samenwerking weten gemeenten dus schaalvergroting te realiseren. In de praktijk is de samenwerking tussen gemeenten nog groter omdat het voor gemeenten gebruikelijk is kennis uit te wisselen en taken te verdelen zonder dat daar een formele samenwerking aan te pas komt. Ook is er veel samenwerking rondom andere taken dan op werk- en inkomensgebied, zoals handhavingstaken en de werkgeversdienstverlening in de 35 arbeidsmarktregio's . De komst van de Participatiewet was voor verscheidene gemeenten aanleiding om samenwerking te zoeken, te versterken en te formaliseren. Deze trend zal doorzetten. Grof geschat zal over twee jaar 65% tot 70% van de gemeenten samenwerken bij de uitvoering van de Participatiewet, bijvoorbeeld in de vorm van een intergemeentelijke sociale dienst, een herindeling of een ambtelijke fusie. Een andere trend is de fusie van de gemeentelijke uitvoeringsinstelling met het sw-bedrijf. Inmiddels heeft in 11% van de gemeenten zo'n fusie plaatsgevonden.