WGA 80-100 verdiepingsonderzoek

Naar aanleiding van een eerder door APE verricht onderzoek naar het onverwacht grote aandeel niet-duurzaam volledig arbeidsongeschikten (WGA 80-100) is opdracht gegeven voor dit verdiepende vervolgonderzoek.

Samenvatting en conclusie

Naar aanleiding van een eerder door APE verricht onderzoek naar het onverwacht grote aandeel niet-duurzaam volledig arbeidsongeschikten (WGA 80-100) is opdracht gegeven voor dit verdiepende vervolgonderzoek. Centraal staat de vraag naar de arbeidsmogelijkheden van deze groep. Hoe kunnen deze worden bevorderd en benut en welke kansen biedt dit op termijn voor (aangepast) werk? 58% van degenen die in de WGA 80-100 blijven heeft volgens de verzekeringsarts een gunstige herstelprognose. Bij degenen die na herbeoordeling worden afgeschat is dat 74%. 14% van degenen die niet worden afgeschat kan tot de groep met ‘weinig beperkingen’ worden gerekend. Uit de bevindingen worden drie wegen gedestilleerd waarlangs niet-duurzaam volledig arbeidsongeschikten die volgens de verzekeringsarts benutbare mogelijkheden hebben hun verdiencapaciteit kunnen behouden of vergroten: door preventie, door monitoring en door re-integratie. Gezien de oververtegenwoordiging van laaggeschoolden in de WGA 80-100 en de cruciale betekenis van scholing voor de verdiencapaciteit is het behalen van een startkwalificatie of een EVC van groot belang. Het behalen van een rijbewijs kan al voldoende zijn om de kans op arbeid te vergroten. Kennis van de Nederlandse taal en van computergebruik worden verondersteld aanwezig te zijn bij de bepaling van gangbare functies. Overwogen zou kunnen worden om degenen met benutbare mogelijkheden die niet over zulke vaardigheden beschikken te verplichten deze te leren.