Indicatie begeleidingsbehoefte voor een succesvolle arbeidsparticipatie

Sinds de invoering van de Participatiewet moet begeleidingsbehoefte aangegeven worden voorafgaand aan de zoektocht naar passend werk en plaatsing in werk. Hierbij zijn meerdere organisaties betrokken.

Samenvatting en conclusie

Sinds de invoering van de Participatiewet moet begeleidingsbehoefte aangegeven worden voorafgaand aan de zoektocht naar passend werk en plaatsing in werk. Hierbij zijn meerdere organisaties betrokken. Het is dus van belang een eenduidig beoordelingskader te ontwikkelen voor het bepalen van begeleidingsbehoefte. Diverse methoden raken wel aan begeleidingsbehoefte, maar zijn door het specifieke referentiekader niet integraal bruikbaar, hooguit enkele elementen er uit. In dit subsidieonderzoek is gekeken naar welke aspecten van belang zijn bij het indiceren van begeleidingsbehoefte, zonder dat de werkplek of werksoort bekend is. In dit onderzoek zijn aspecten via desk research verzameld en voorgelegd aan experts. Via de concept mapping methode vond een reductie tot de meest belangrijke aspecten plaats. Er zijn 21 aspecten vastgesteld die het meest van belang worden geacht bij het vaststellen van begeleidingsbehoefte. Deze 21 aspecten zijn onder te brengen in vier clusters: vaardigheden, randvoorwaarden, persoonlijke kenmerken, cognitieve en executieve functies. Alle 21 aspecten zijn vervolgens door experts van definities voorzien. Met deze aspecten kan nog men nog niet een concreet advies geven, het geven van een begeleidingsadvies is altijd afhankelijk van de context: het werk, de persoon zelf en andere omgevingsfactoren zullen bepalend zijn in het uiteindelijk advies aan de begeleidingsbehoefte van een persoon. De ontwikkelde handreiking met de 21 aspecten vormen een basis waarop vervolgonderzoek naar het indiceren van begeleidingsbehoefte kan worden opgezet.