Arbeidsomstandigheden van gedetacheerde medewerkers vanuit de sociale werkvoorziening
Dit rapport beschrijft de resultaten van het door de Inspectie SZW uitgevoerde onderzoek naar de arbeidsomstandigheden van medewerkers die vanuit de Sociale Werkvoorziening (het SW-bedrijf ) gedetacheerd zijn bij bedrijven en overheid (inleners). De Inspectie heeft besloten hiernaar onderzoek te...
Samenvatting en conclusie
Dit rapport beschrijft de resultaten van het door de Inspectie SZW uitgevoerde onderzoek naar de arbeidsomstandigheden van medewerkers die vanuit de Sociale Werkvoorziening (het SW-bedrijf ) gedetacheerd zijn bij bedrijven en overheid (inleners). De Inspectie heeft besloten hiernaar onderzoek te doen, omdat het een kwetsbare groep werknemers betreft en omdat de Inspectie weinig zicht heeft op de arbeidsomstandigheden van deze groep. Op basis van eerder uitgevoerde inspecties in het beschutte deel van de SW-sector onderkent de Inspectie SZW een aantal arbeidsrisico’s, zoals werken met machines, toezicht op de werkplek, agressie & geweld, seksuele intimidatie, psychosociale arbeidsbelasting (PSA), lawaai, gevaarlijke stoffen en fysieke belasting als de meest belangrijke in deze sector. Naar alle waarschijnlijkheid spelen al deze arbeidsrisico’s ook een rol bij detacheringen. Het onderzoek is uitgevoerd in drie fasen: (1) landelijke enquête onder alle 90 SW-bedrijven; (2) interviews bij een steekproef van 21 SW-bedrijven; (3) bezoeken van inleners van de in fase II bezochte SW-bedrijven. Het oordeel van de Inspectie is dat in de meeste gevallen zowel het SW-bedrijf als de inlener hun verantwoordelijkheid in voldoende mate oppakken. Vanuit beide organisaties is er dus aandacht voor de borging van de arbeidsomstandigheden van gedetacheerden. De Inspectie constateert echter dat deze aandacht, als deze in de praktijk vertaald wordt, niet altijd leidt tot een situatie waar alle arbeidsrisico’s waar gedetacheerden aan bloot staan, ook in voldoende mate beheerst zijn.