Na de WW in de bijstand

In dit rapport staan de volgende onderzoeksvragen centraal: wat zijn de risicofactoren voor doorstroom van de WW naar de bijstand, hoe ontwikkelt zich die doorstroom op nationaal en regionaal niveau en hoe kunnen de grote verschillen tussen gemeenten worden verklaard.

Samenvatting en conclusie

In dit rapport staan de volgende onderzoeksvragen centraal: wat zijn de risicofactoren voor doorstroom van de WW naar de bijstand, hoe ontwikkelt zich die doorstroom op nationaal en regionaal niveau en hoe kunnen de grote verschillen tussen gemeenten worden verklaard. In hoofdstuk 1 staat de kwantitatieve ontwikkeling van de doorstroom in de periode 2008-2017 centraal: gerealiseerde doorstroom t/m 2014 en ramingen voor de periode 2015-2017. Hoofdstuk 2 behandelt de kenmerken van WW'ers die hun risico om in de bijstand terecht te komen beïnvloeden. Hoofdstuk 3 gaat over de verschillen in doorstroom tussen de gemeenten en tussen de wijken binnen gemeenten. Het aantal mensen dat na afloop van de WW-uitkering in de bijstand terecht komt, groeide in de nasleep van de kredietcrisis in de afgelopen 5 jaar van 22.000 (2011) naar bijna 33.000 (2015). Deze doorstroom groeit naar verwachting niet verder: in 2016 en 2017 zullen er 31.000 à 32.000 mensen doorstromen. In de periode 2011-2015 bedroeg het doorstroompercentage rond de 6,5%. Dat zal stabiliseren op ongeveer 6%. De doorstroom is hoger dan gemiddeld bij alleenstaanden, alleenstaande ouders, ouderen, laag opgeleiden en mensen in een woonwijk met een lage sociaaleconomische status. Het doorstroompercentage varieert per gemeente tussen 0 en 11%. De hoogste doorstroompercentages in 2014 hebben Den Haag (11,2%), Delft (10,4%) en Groningen en Leeuwarden (beide 9,9%). Al met al is de doorstroom naar de bijstand vooral een grootstedelijk probleem. Grote verschillen tussen de met het ontwikkelde verklaringsmodel voorspelde doorstroom en de gerealiseerde doorstroom kunnen deels ontstaan door bijzondere kenmerken van de lokale arbeidsmarkt, maar ook door geslaagde interventies ter beperking van de doorstroom. Zo blijkt uit de analyse dat een in samenwerking met UWV ingezette interventie in Den Bosch de doorstroom met 30 à 40% beperkt.