Experiment premiekorting ouderen

Om de doelmatigheid en doeltreffendheid van beleid te verhogen streeft het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid er naar om gedragswetenschappelijke inzichten toe te passen in het gehele proces van beleid, uitvoering en communicatie. In dat kader is een experimenteel onderzoek uitgevoerd waarin werkgevers via verschillend opgestelde brieven worden geattendeerd op het recht op premiekorting (mobiliteitsbonus, inmiddels loonkostenvoordeel geheten) als zij een oudere uitkeringsgerechtigde in dienst nemen. Het versturen van brieven heeft een positief effect gehad op het gebruik van de premiekorting door kleine en middelgrote bedrijven die daarvoor nog geen gebruikmaakten van de premiekorting. De uitkomsten van het onderzoek worden meegenomen in het beleid gericht op het verbeteren van de positie van bepaalde groepen op de arbeidsmarkt en in de communicatiestrategie richting werkgevers.

Samenvatting

De arbeidsmarktkansen van ouderen die hun baan verliezen blijven ver achter bij jongere werklozen. Om deze kansen te verbeteren is de premiekorting voor ouderen in het leven geroepen. Bedrijven hebben recht op premiekorting als zij een oudere (56+) uitkeringsgerechtigde in dienst nemen. Om meer inzicht te krijgen in de overwegingen van werkgevers bij het werven en selecteren van oudere uitkeringsgerechtigden is een experiment uitgevoerd onder 40.000 bedrijven. Op basis van inzichten uit de gedragseconomische literatuur zijn drie briefvarianten opgesteld. Deze brieven spelen in op resp. het behalen van een financieel voordeel, het mislopen van inkomsten (verliesaversie) en een sociale norm voor bedrijven. Elk van de drie brieven is gestuurd aan 10.000 bedrijven. De resultaten zijn vergeleken met een controlegroep van 10.000 bedrijven die geen brief hebben ontvangen. Middels beschrijvende statistieken en regressieanalyses is onderzocht welk effect de brieven hebben gehad op het gebruik van de premiekorting en het aannemen van werkloze ouderen.

Het blijkt dat er een positief effect is van de brieven op het gebruik van de premiekorting voor kleine en middelgrote bedrijven (minder dan 100 werknemers) die vóór de experimentperiode (juli 2016 t/m augustus 2017) nog geen premiekorting ontvingen; 131 “nieuwe gebruikers” hebben in totaal 150 extra werknemers met een premiekorting aangenomen. Bedrijven die al premiekorting gebruikten en grote bedrijven (meer dan 100 werknemers) gaan door de brieven niet meer (of minder) werkloze ouderen aannemen. De brieven hebben niet gezorgd voor een betere arbeidsmarktpositie van ouderen. Er is ook geen effect op de totale werkgelegenheid. De reden dat de “nieuwe gebruikers” nog geen gebruik maakten van de premiekorting lijkt met name het gebrek aan kennis van de regeling en/of het aanvraagproces te zijn. Van de drie briefvarianten zijn de effecten van de brieven die refereren aan de sociale norm en aan verliesaversie sterker dan het effect van de brief die refereert aan een financieel voordeel. Het verschil tussen het effect van de brieven is echter niet statistisch significant.