Klantervaringen Anw-uitkering
Onderzoek naar de beleving en behoeften van Anw-gerechtigden, zowel ten aanzien van de uitvoeringspraktijk als de betekenis voor de ontvanger.
Anw-gerechtigden zijn over het algemeen erg tevreden over de dienstverlening van de Sociale Verzekeringsbank (SVB); de instantie die de Anw-uitkering uitkeert. Zij beoordelen de verschillende fasen behorend bij de Anw-uitkering positief. Men is met name te spreken over de bejegening van de medewerkers, zij worden als vriendelijk en behulpzaam beschouwd. Hoewel de Anw-gerechtigden hoge rapportcijfers toekennen aan de verschillende onderdelen van het aanvraagproces, zijn er enkele knelpunten naar voren gekomen.
Een daarvan is dat de Anw-uitkering, ondanks dat (bijna) iedere nabestaande gewezen wordt op het mogelijk recht, in sommige gevallen niet bekend is bij nabestaanden, waardoor men weleens een periode Anw-uitkering kan mislopen. Gemeenten hebben hierin ook een signalerende functie; zo geven Anw-gerechtigden aan via de gemeente gewezen te zijn op de Anw-uitkering nadat ze aanklopten voor bijstand.
Daarnaast hebben Anw-gerechtigden soms nog vragen hoe het uit te keren bedrag tot stand is gekomen. Transparantie in de berekening wordt gewaardeerd. Ook Anw-gerechtigden met een wisselend inkomen uit arbeid en/of een inkomen vanuit verschillende (uitkerings)instanties in verband met arbeid ondervinden soms hinder door een fluctuerend inkomen. Het komt bij hen soms voor dat zij te veel Anw-uitkering ontvangen, wat later weer terugbetaald moet worden. Dit wordt als erg vervelend ervaren. Het is wenselijk dat het risico tot terugbetaling zoveel mogelijk wordt verkleind.
De nihil-klantgroep bestaat uit nabestaanden die recht hebben op een Anw-uitkering, maar deze niet uitgekeerd krijgen omdat zij een te hoog inkomen uit arbeid hebben. Deze klantgroep behoeft speciale aandacht. De nihil-klantgroep is namelijk gemiddeld minder tevreden over het aanvraag- en besluitproces, de dienstverlening tijdens de Anw-uitkering en het einde van de uitkering.
Het ontvangen van de Anw-uitkering heeft invloed op de arbeidsparticipatie, vooral in de beginperiode. Uit de kwalitatieve interviews komt het beeld naar voren dat vrouwen minder gaan werken om er voor hun (jonge) kinderen te zijn. Pas wanneer de kinderen zelfstandiger worden, denken zij weer voorzichtig na over werken. De intentie om (meer) te werken bestaat, concrete acties worden echter vooruitgeschoven. Dit wordt vaak gekoppeld aan het naderende einde van de uitkering (wanneer het jongste kind 18 jaar wordt). Men bereidt zich voor door (meer) te gaan werken, een opleiding volgen om baankansen te vergroten of zich te oriënteren.
Veel Anw-gerechtigden voor wie dit wel interessant is, zijn niet bekend met de re-integratieregeling die vanuit de gemeente beschikbaar is. Actieve bewustwording rondom deze regeling is nodig. Een deel geeft namelijk aan hier wel geïnteresseerd in te zijn, maar wanneer men niet op de hoogte is, bestaat de kans dat deze helpende hand wordt misgelopen.