Samen ouder worden? Beleidsopties voor leefvormnormen in de AOW
De centrale vraag van het onderzoek luidt: passen de leefvormdefinities zoals toegepast in de huidige uitvoeringspraktijk van de AOW bij de beleving en opvattingen van (toekomstige) burgers/ouderen?
Onder deze centrale vraag vallen de volgende deelvragen: welke leefvormdefinities spelen in de uitvoering van de AOW en wat zijn de gevolgen/knelpunten daarvan voor uitvoering en handhaving door de SVB? Welke gevolgen hebben de leefvormdefinities en de bijbehorende AOW-normbedragen voor burgers (inkomsten, keuzes) en in welke mate sluiten zij aan bij (toekomstige) maatschappelijke ontwikkelingen? Sluiten de leefvormdefinities aan bij de opvattingen van burgers over leefvormen? Welke beleidsmatige keuzes/opties zijn mogelijk die beter aansluiten bij de beleving en opvattingen van burgers en die tegemoet komen aan de in de uitvoeringspraktijk gesignaleerde knelpunten? Welke voor- en nadelen hebben deze alternatieve beleidsopties en welke effecten zijn te verwachten (keuzes door burgers, inkomenseffecten, budgettaire effecten)?
Samenvatting
Op dit moment leven ouderen overwegend in overeenstemming met hun voorkeur voor een leefvorm. De hoogte van de AOW-uitkering heeft weinig invloed op de keuze voor een leefvorm. Er is veel draagvlak voor het onderscheid in uitkering tussen alleenstaanden en samenwonenden. AOW’ers vinden dat, in afwijking van de huidige regelgeving, AOW’ers in een meerpersoonshuishouden dezelfde AOW-uitkering zouden moeten krijgen als samenwonenden.