Met re-integratieondersteuning op weg naar werk
Het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) monitort de resultaten van re-integratieondersteuning. Sinds 2008 wordt hiervoor de indicator "uitstroom naar regulier werk binnen 24 maanden van personen die re-integratieondersteuning ontvangen" gebruikt.
Onderzoeksdoel en vraagstelling
Ten behoeve van begroting en jaarverslag vraagt SZW jaarlijks een nadere analyse van het CBS op basis van de Statistiek Reïntegratie Gemeenten. In de tweemeting van de uitstroomdoelstelling re-integratieondersteuning wordt gekeken naar het aan het werk gaan van personen die in 2006 of 2007 startten met re-integratieondersteuning. Van deze personen wordt bepaald of zij binnen 24 maanden na het starten van re-integratieondersteuning een baan vinden. SZW heeft in haar begroting opgenomen dat deze uitstroomdoelstelling moet stijgen tot een streefwaarde van 60% in 2011.
Samenvatting en conclusie
Het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) monitort de resultaten van re-integratieondersteuning. Sinds 2008 wordt hiervoor de indicator "uitstroom naar regulier werk binnen 24 maanden van personen die re-integratieondersteuning ontvangen" gebruikt. SZW heeft in haar begroting opgenomen dat de uitstroom naar werk in 2011 60 procent moet zijn (60%-doelstelling). Naast de voorlopige cijfers die in het voorjaar zijn berekend, zijn in augustus 2010 definitieve uitkomsten gepubliceerd. Deze rapportage vult de gepubliceerde gegevens aan met een beschrijving van de uitkomsten naar persoonskenmerken. De resultaten laten zien dat het uitstroompercentage nauw samenhangt met leeftijd: de uitstroom naar een baan neemt af naarmate men ouder is. Zeven op de tien jongeren (15-26 jaar) en 61 procent van de personen van 27-44 jaar vond binnen 24 maanden een baan, terwijl dit bij ouderen (45 jaar en ouder) slechts 44 procent was. Jongeren vonden niet alleen vaker een baan dan ouderen, zij stroomden ook vaker volledig uit de uitkering. Zo had een derde van 15-44 jarigen geen uitkering meer na de start van de baan, terwijl slechts een op de vijf 45-plussers aan het werk gingen zonder daarnaast nog inkomsten uit een uitkering te ontvangen. Ten slotte vonden 27-44 jarigen het vaakst een duurzame baan. Bron: Bibliotheek SZW