Evaluatie tijdvak 1 Actie E ESF 2007-2013

Meer arbeidsorganisaties zijn aandacht gaan schenken aan sociale innovatie met de komst van de subsidieregeling ESF Actie E . Dat blijkt uit een onderzoek naar de resultaten en effecten van de subsidieprojecten uit het eerste tijdvak in Verschillende bedrijven zijn gestimuleerd of in staat gesteld om aan de slag te gaan met sociale innovatie.

Onderzoeksdoel en vraagstelling

Het onderzoek is een kwalitatieve evaluatie van de projecten gestart in 2008 in kader van ESF actie E Sociale innovatie. De onderzoeksvragen zijn: In welke mate is het doel van actie E: een gelijktijdige verhoging van de arbeidsproductiviteit en kwaliteit van de arbeid door verhoging van innovatievermogen gehaald. Welke projecten zijn succesvol dan wel minder succesvol en waarom?

Samenvatting en conclusie

Meer arbeidsorganisaties zijn aandacht gaan schenken aan sociale innovatie met de komst van de subsidieregeling ESF Actie E in Dat blijkt uit een onderzoek naar de resultaten en effecten van de subsidieprojecten uit het eerste tijdvak in Verschillende bedrijven zijn gestimuleerd of in staat gesteld om aan de slag te gaan met sociale innovatie. Sociaal innovatieve projecten vonden met behulp van de ESF-subsidie doorgang. Bij afronding van de projecten zijn implementatieplannen opgeleverd, die in negen van de tien gevallen hebben geleid tot uitvoering ervan. De belangrijkste resultaten en effecten hiervan zijn: - meer afwisseling en verdieping in het werk; - een beter beeld of imago van de organisatie bij de werknemers; - het beter benutten van de competenties en vaardigheden van de werknemers. Het onderzoek heeft daarnaast een aantal positieve ervaringen opgeleverd, die andere arbeidsorganisaties kunnen inspireren om ook aan de slag te gaan met sociale innovatie. De evaluatie geeft verder aanbevelingen om de uitvoering van de regeling te verbeteren. De evaluatie heeft bestaan uit een aantal onderling samenhangende onderzoeksactiviteiten. Allereerst is deskresearch verricht en gesprekken met sleutelpersonen gevoerd. De kern van de evaluatie werd gevormd door veldwerk onder arbeidsorganisaties die al dan niet met succes een beroep op het eerste tijdvak van Actie E hebben gedaan. Daarbij zijn de ervaringen en resultaten van de volgende twee groepen arbeidsorganisaties met elkaar vergeleken, namelijk deelnemers en afgewezenen. In totaal zijn telefonische interviews afgenomen onder 49 deelnemers, 30 afgewezenen en 24 OR/PVT-leden. Bron: Website Nederlands Centrum voor Socviale Innovatie (NCSI), bewerking secretariaat KWI