Langer in Nederland : ontwikkelingen in de leefsituatie van migranten uit Polen en Bulgarije in de eerste jaren na migratie

Vervolg op de SCP-publicatie Nieuw in Nederland, uit 2013. Na het inleidende openingshoofdstuk biedt hoofdstuk 2 een beschrijving van twee belangrijke demografische veranderingen na migratie: veranderingen in de gezinssituatie en verhuizingen binnen Nederland.

Samenvatting en conclusie

Vervolg op de SCP-publicatie Nieuw in Nederland, uit 2013. Na het inleidende openingshoofdstuk biedt hoofdstuk 2 een beschrijving van twee belangrijke demografische veranderingen na migratie: veranderingen in de gezinssituatie en verhuizingen binnen Nederland. In hoofdstuk 3 wordt naar veranderingen in het proces van taalverwerving gekeken. Hoofdstuk 4 beschrijft ontwikkelingen in de arbeidsmarktsituatie van Poolse en Bulgaarse migranten in de eerste periode van hun verblijf in Nederland. Ingegaan wordt op ontwikkelingen in de belangrijkste arbeidsmarktkenmerken, zoals het hebben van werk, werkloosheid, beroepsstatus en baankenmerken, maar ook op verschuivingen in tevredenheid met baan en inkomen. In hoofdstuk 5 wordt gekeken naar ontwikkelingen in de gerichtheid op Nederland en het herkomstland (interetnische contacten, mediagebruik, belangstelling voor de politiek). Ook wordt ingegaan op veranderingen in religieuze opvattingen en gedrag en in culturele opvattingen. In hoofdstuk 6 wordt de aandacht gericht op ervaringen in Nederland en op de toekomstverwachting aangaande het verblijf hier. Zijn er veranderingen opgetreden in de verwachting in Nederland te blijven? Is men zich meer thuis gaan voelen? Zijn er veranderingen opgetreden in ervaringen van discriminatie? Het aandeel met werk (81%) is onveranderd hoog onder Poolse migranten. Onder Bulgaarse migranten is het aandeel met werk laag, maar wel gestegen onder Bulgaarse mannen (van 44% naar 58%). Van de Bulgaarse vrouwen werkt nog steeds een laag aandeel (22%). De tevredenheid met het leven in Nederland daalde onder Bulgaren van 71% naar 45%; Polen blijven in meerderheid tevreden (81%). Het aandeel dat vindt dat de eigen herkomstgroep in Nederland wordt gediscrimineerd is toegenomen van 39% naar 49% onder Poolse migranten en van 17% naar 66% onder Bulgaarse migranten. Binnen de Poolse groep is het aandeel dat verwacht in Nederland te blijven wonen stabiel (56%); onder de Bulgaren nam het toe van 33% naar 47%. Zie ook de apart verschenen statistische bijlage.